afb. J.G. Van Agtmaal, Hilversum
De fietsenstalling bij de Sint Jan is tijdelijk verplaatst. Ze is nu aan de zuidzijde te vinden. De fiets wegzettend denk je er ineens aan dat men eigenlijk altijd de kathedraal binnenkwam via het zich daar bevindende portaal, dat de laatste tien jaar niet meer gebruikt wordt. Reden om eens achter het geveltje van dit zuidportaal een kijkje te nemen. Oorspronkelijk bevond zich de doopkapel van de Sint Jan aan de noordkant van de toren, waar nu de Mariakapel is. Dat is ook een meer gebruikelijke plaats voor een doopkapel. In deze kapel werd in 1381 het mirakelbeeld van Onze Lieve Vrouw geplaatst. Er kwam een grote toeloop van pelgrims en de functie van de doopkapel kwam in het gedrang. Waarschijnlijk in het begin van de 15e eeuw werd het dopen verplaatst naar een kapel ten zuiden van de toren. De oorspronkelijke vloer van deze kapel lag bijna een halve meter lager. Vroeger was de doopkapel ook toegankelijk via een dichtgemetseld poortje dat uitkwam in de zuidwestelijke traptoren. In 1882 werd het aanbouwseltje dat toegang gaf tot het zijkapelletje vervangen door het zuidportaal, dat uitkomt in de zuidelijke zijbeuktravee. In oktober 1492 werd de oude doopvont vervangen door de huidige, door de Maastrichtse Aert van Tricht vervaardigde, koperen vont. Door gedoopt te worden in de Sint Jan werd men niet alleen opgenomen in de geloofsgemeenschap, maar verwierf men ook het Bosch' poorterschap. De doopvont was dus heel belangrijk, niet alleen kerkelijk, maar ook maatschappelijk. Dit verklaart misschien ook de bijzondere rijkdom van deze doopvont met de vele in de middeleeuwen gebruikelijke symbolen. Maar waarom nu een aparte doopkapel? In de katholieke kerk was het ongedoopten niet toegestaan in het kerkgebouw te komen. Een jonggeboren baby was niet gedoopt en mocht dus de kerk niet in. Daarom moest dit via een aparte toegang naar een speciale kapel. Als de doop had plaatsgevonden mocht de dopeling de kerk wél in. Bij hervormden gebeurt de doop op een andere wijze: temidden van de geloofsgemeenschap, vóór de kansel (preekstoel). Dat betekent dat er tussen 1629 en de teruggave van de kerk aan de katholieken in het begin van de negentiende eeuw een doopvont centraal in de kerk stond. Deze doopvont werd door de protestanten later meegenomen naar hun nieuwe kerkgebouw aan de Kerkstraat-Gasselstraat. De koperen vijftiende eeuwse doopvont heeft de hervormde periode overleefd, al heeft men wel getracht het koper te verkopen. Bijna tweehonderd jaar wordt er weer in deze doopvont gedoopt. In de negentiende eeuw kwam de dopeling via het aparte zuidportaal rechtstreeks in de doopkapel. Vanaf 1882 was dat niet meer mogelijk. Honderd jaar lang was de toegang vanuit dit zuidportaal de meest gebruikelijke. In 1982 ging de deur dicht, op slot. Vanaf die tijd kon iedereen , gelovige of toerist, de kerk betreden via de Luidpoort onder de westtoren van de kathedraal. |
Hier bevond zich een in 1944 door oorlogsschade vernield glas, voorstellend de doop van Christus in de Jordaan, met wapens van bisschop Zwijsen en van het bisdom. Het werd in 1867 door de geestelijkheid van het diocees aan de bisschop geschonken ter gelegenheid van zijn vijftigjarig priesterfeest en vijfentwintigste verjaardag van zijn bisschopswijding. | 331 |
1994 |
Henny MolhuysenAchter de voorgevel : Aparte doopkapelBrabants Dagblad donderdag 17 maart 1994 |
1869 |
De eerste restauratieOnder opzicht van Hezenmans wordt het interieur van de Doopkapel hertsteld, het oude hek met sculptuur daarvan verwijderd, het hoogkoor opnieuw bevloerd, en gewerkt aan de baldakijnen en voetstukken in het hoogkoor. Vermoedelijk gaat het slechts om de tweetallen tegen de middelste pijlers van de koorsluiting, waar in 1870 de beelden van Maria en Johannes Evangelist, door A.N. Sopers gemaakt, hun plaats krijgen.
C. Peeters. De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 85
|
|
1870 |
De eerste restauratieVanaf 1870 tot in 1888 worden, door elkaar heen, alnaargelang de voorkeur van de schenkers, gebrandschilderde glazen geplaatst in de overige straalkapellen, de zuidbeuk van het koor, de Sacramentskapel, Antoniuskapel, schipzijbeuken, Lieve Vrouwekapel en Doopkapel.
C. Peeters. De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 85
|
|
1884 |
De eerste restauratieOp 27 mei 1884 besluit het kerkbestuur tot inwendige restauratie van de Doopkapel. B. van Nunen herstelt er vijf kraagstenen en maakt een nieuwe erbij, herstelt ook de kolomkapitelen.
C. Peeters. De Sint Janskathedraal 's-Hertogenbosch (1985) 85
|
Harry Boekwijt, Ronald Glaudemans en Wim Hagemans, De Sint-Janskathedraal van 's-Hertogenbosch : Geschiedenis van de bouw (2010) 40
Frans van Valderen, De kathedrale basiliek van St. Jan te 's Hertogenbosch (1949) 67-68